Er zijn verschillende typen rundveehouderijen. De meest voorkomende zijn bedrijven voor melkvee en voor vleeskalveren. De stallen verschillen op een paar punten. Dit kan gevolgen hebben voor de gezondheid van omwonenden.

De volgende onderzoekslijnen kijken naar mogelijke relaties tussen rundveehouderijen en gezondheidsrisico’s bij omwonenden of kwetsbare groepen die langdurig in de buurt verblijven:

  • Zoönosen: Er zijn geen concrete aanwijzingen dat de rundveehouderij een bron is van zoönosen in de omgeving.
  • Antibioticaresistentie: Antibioticaresistentie komt meer voor in de vleeskalverhouderij dan in de melkveehouderij. Mensen die recent bij een kalverhouderij zijn geweest, hebben meer kans om resistente bacteriën bij zich te dragen.
  • Fijnstof: De uitstoot van fijnstof (als drager van ziektekiemen) van melkvee is net als bij geiten een stuk lager dan bij pluimvee en varkens. De afstand waarop nog verhoogde concentraties fijnstof te meten zijn, is sterk afhankelijk van de kenmerken van het veehouderijbedrijf, van de lokale omgeving en de actuele meteorologische omstandigheden.
  • Ammoniak: De meeste uitstoot van ammoniak in Nederland komt van de rundveesector. Ammoniakemissies leveren een bijdrage aan de vorming van secundair fijnstof in de lucht via chemische reacties in de atmosfeer.
  • Endotoxinen: Ook de melkveesector draagt bij aan de concentraties van endotoxinen waaraan omwonenden blootstaan. Van alle diercategorieën die bijdragen aan de blootstelling aan endotoxinen op woonadressen, is het aannemelijk dat zij een aandeel hebben in de gevonden relaties tussen blootstelling van omwonenden en gezondheidseffecten. 
  • Geur: In een grootschalig onderzoek naar de relatie tussen geurbelasting door de veehouderij en hinder die omwonenden ervaren, is onderscheid gemaakt naar geurbronnen. Van de verschillende agrarische geurbronnen bleek bij rundveehouderijen met name het uitrijden van mest en stallen een substantiële bijdrage te leveren aan de totale geurhinder als gevolg van landbouw. Voor vleeskalveren (en -stieren) is wel een emissiefactor vastgesteld.
  • Allergenen: Voor zover bekend komt allergie voor koe-allergenen onder Nederlandse rundveehouders weinig voor. Een allergische reactie op koe-allergenen- kan leiden tot luchtwegproblemen bij melkveehouders.