Het thema van ons jaarlijkse symposium is dit jaar de veehouderij van de toekomst en de relatie met de gezondheid van omwonenden van veehouderijen.

Datum: Maandag 9 oktober 2023
Tijdstip: 10:00 - 16:30 uur
Locatie: Provinciehuis van Overijssel in Zwolle

Aanmelden

Voorlopig programma

  • Opening door dagvoorzitter Simone van Trier met Annemarie Moons, voorzitter van de stuurgroep van het Kennisplatform Veehouderij en gedeputeerde van de provincie Overijssel Tijs de Bree
  • Veehouderij van de toekomst visie van een nieuwe generatie boeren met Maria Geuze en Marrit Kyung van Ok Schakel. Wat zien jongeren graag rond de veehouderij in de toekomst? Hoe pakken jongeren het nu aan? De jonge boeren proberen ondanks verschillen in visies toch met elkaar in dialoog te blijven vanuit het integrale One Health idee. Dus met zoveel mogelijk respect voor dier, mens, natuur, bodem en water.
  • Zoönosen in de veehouderij door Joke van der Giessen (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)). Nederland is door haar ligging, intensieve veehouderij, wilde dieren en hoge bevolkingsdichtheid, een land waar de signalering en bestrijding van zoönosen bij mens en dier een belangrijk thema is.

Er zijn twee rondes van de workshops. Je kan je op de dag zelf aanmelden voor de workshops. 

In de middag staat nog een plenair onderwerp vanuit de provincie Overijssel in de planning. Meer informatie over de inhoud volgt. 

Workshops

Continue emissiemonitoring in veehouderijen als alternatief voor vergunningverlening met emissiefactoren en verspreidingsmodellen.

In deze workshop worden de kansen en uitdagingen van de nieuwe vorm van regulering met aandacht voor ammoniak, fijnstof, geur en broeikasgassen besproken. 

Workshopleider: Albert Winkel, Wageningen University.

Vergunningverlening aan veehouderijen vindt plaats op basis van modelberekeningen met vaste emissiefactoren voor in regelgeving opgenomen stalsystemen en reductietechnieken. Deze ‘middelvoorschriften’ systematiek kent een aantal nadelen. De ontwikkeling in sensoren en datasystemen stelt ons in staat om emissies op praktijkbedrijven continu te meten en vergunningen te verstrekken op basis van een emissiebudget. De ministeries van LNV en IenW hebben een drietal landelijke adviseurs aangesteld om de ontwikkeling van emissiemonitoring en doelvoorschriftenvergunningen in een stroomversnelling te brengen. In deze workshop de kansen en uitdagingen van deze nieuwe vorm van regulering, met aandacht voor ammoniak, fijnstof, geur en broeikasgassen.


Van debat naar dialoog in gesprekken over veehouderij: hoe zoek je ruimte voor gesprek?

Hoe kun je op complexe dossiers in de veehouderij toch met elkaar in gesprek blijven?

Workshopleider: Joyce Lamerichs (Hogeschool Windesheim)

Gesprekken met burgers en omwonenden worden de laatste jaren steeds vaker als (zeer) lastig ervaren. Hoe kun je op complexe dossiers in de veehouderij toch met elkaar in gesprek blijven? Waar zit de ruimte in een gesprek met omwonenden? Kun je een gesprek met verontruste burgers ombuigen van debat naar dialoog en hoe doe je dat dan? In deze workshop maak je kennis met de dialoogbenadering en verken je zelf in een aantal oefeningen welke mogelijkheden de benadering biedt in echte, complexe gesprekken.


Gezonde leefomgeving in milieueffectrapportage. Hoe (gezond) dan?

We werken aan een handreiking om effecten van de leefomgeving op gezondheid te beoordelen. Denk mee over wat we doen, en hoe dát de gezondheid van mensen kan veranderen! 

Workshopleider: Loes Geelen (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)).


Geurbelasting en geurhinder, wat mag je waar verwachten?

Wij presenteren een vervolg van het onderzoek ‘Geurhinder van veehouderij nader onderzocht: meer hinder dan Handreiking Wgv doet vermoeden?’. Met de resultaten van dit onderzoek geven we een gezondheidskundige onderbouwing voor geurnormen. 

Workshopleider: Rob van Aalsburg, GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) Hart voor Brabant

Ongeveer 1 op de 40 Nederlanders ondervindt hinder ten gevolge van de geur van veehouderijbedrijven. In regio’s met sterke concentraties van veehouderijbedrijven komt geurhinder vaker voor. Dit vraagt om regelgeving. Om normen een gezondheidskundige onderbouwing te geven is het nodig om een adequate inschatting te maken van de relatie tussen de geurbelasting van veehouderijen en de kans op hinder bij omwonenden. Wij presenteren een vervolg van het onderzoek ‘Geurhinder van veehouderij nader onderzocht: meer hinder dan Handreiking Wgv doet vermoeden?’ van Geelen e.a. (2015). Middels een vragenlijst zijn destijds 13791 omwonenden van veehouderijen bevraagd op de frequentie en mate van geurhinder die zij ervaren ten gevolge van veehouderijbedrijven in hun omgeving. Wij onderzochten het effect van de herziening van de geurreductiepercentages van combi-luchtwassers op de relatie tussen achtergrond-geurbelasting en geurhinder. Daarnaast is ook in beeld gebracht in hoeverre de relatie wordt beïnvloed door ruimtelijke kenmerken zoals het aantal veehouderijbedrijven of dieren waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld. Met de resultaten van dit onderzoek geven we een gezondheidskundige onderbouwing voor geurnormen.    


Risicoperceptie van mestverwerking bij omwonenden

We beantwoorden de volgende vragen: Welke factoren hebben een invloed op de risicoperceptie van omwonenden en hoe kan inspraak een verschil maken? Hoe kunnen GGD-en en gemeenten omgaan met het betrekken van omwonenden bij het plaatsen van een mestverwerkingsinstallatie?

Workshopleider: Sophia Dollmann (RIVM)


App en methodiek beleving hinder en gezondheid

De GGD Hart voor Brabant en het Louis Bolk Instituut hebben een app en methodiek ontwikkeld die inzicht geeft in die beleving van hinder en (positieve) gezondheid. Hiermee brengen wij in beeld welke overlast omwonenden ervaren. De beleving van hinder en gezondheid wordt naast de milieusituatie op basis van vergunde of gemodelleerde waarden voor bijvoorbeeld geureenheden en fijnstof gelegd. Die beleving blijkt een sleutel te zijn voor een  betere dialoog tussen veehouders en omwonenden om samen tot oplossingen te komen. 

Workshopleiders: Sjef Staps (Louis Bolk Instituut) en Renske Nijdam (GGD HvB)

Als veehouderijbedrijven aan milieunormen voldoen, betekent dat niet automatisch dat de gezondheid van omwonenden voldoende is beschermd. De nadruk op beléving van hinder en gezondheid heeft dan aanvullende meerwaarde op “harde” milieugegevens. 
De GGD Hart voor Brabant en het Louis Bolk Instituut hebben een app en methodiek ontwikkeld die inzicht geeft in die beleving van hinder en (positieve) gezondheid. Met behulp van workshops en een vragenlijst in de app brengen wij in beeld welke overlast omwonenden daarbij ervaren. Zo leggen we de beleving van hinder en gezondheid naast de milieusituatie op basis van vergunde of gemodelleerde waarden voor bijvoorbeeld geureenheden en fijnstof. Die beleving blijkt een sleutel te zijn voor een betere dialoog tussen veehouders en omwonenden waarin ze samen oplossingen kunnen vinden. 
De app is ontwikkeld voor geurhinder bij veehouderijen, maar is ook toepasbaar voor andere soorten hinder zoals geluid of het plaatsen van windturbines.
De app is gebaseerd op het Bolk-model voor Positieve Gezondheid en Leefomgeving. 
Tijdens de workshop lichten we de app toe en inventariseren we samen met de deelnemers de beleving van hinder en gezondheid in een concrete situatie. 
 
Uit de eerste pilots: 
Veehouder: ‘fijn als een derde partij faciliteert bij de verbinding tussen veehouders en omwonenden’.
Omwonende: ‘Het gaat niet alleen om cijfers. Er werd écht geluisterd. De samenhang van interviews, workshops en de app maakte het compleet.’


Gezondheidsuitdagingen in een circulair voedselsysteem

De transitie van een lineaire- naar een circulaire economie, zowel op land als op zee, vraagt om een duurzaam gebruik van natuurlijke bronnen. Tijdens de workshop verkennen we transitiepaden, benoemen we systeemkansen en staan we stil bij de potentiële risico’s voor de gezondheid van dier en mens.

Workshopleider: Adriaan Anthonis, Wageningen University Research (Dick Heederik, UU Universiteit Utrecht (Universiteit Utrecht) IRAS Institute for Risk Assessment Sciences (Institute for Risk Assessment Sciences ))

De transitie van een lineaire- naar een circulaire economie, zowel op land als op zee, vraagt om een duurzaam gebruik van natuurlijke bronnen. Dit impliceert het minimaliseren van de input van schaarse hulpbronnen, het aanmoedigen van het gebruik van regeneratieve hulpbronnen, het voorkomen van het vervuilen en weglekken van hulpbronnen en het stimuleren van hergebruik en recycling van onvermijdelijke hulpbronnenverliezen. Het doel is om een zo hoog mogelijke waarde toe te voegen aan het voedselsysteem met zo min mogelijk afwentelingen op het ecosysteem zodat toekomstige generaties, maar ook populaties elders, kunnen gedijen. Voedselproductiesystemen moeten zo worden ontwikkeld dat hulpbronnen voor nu, elders en later beschikbaar blijven. Tegelijkertijd zijn er gezondheidszorgen. Tijdens de workshop verkennen we transitiepaden, benoemen we systeemkansen en staan we stil bij de potentiële risico’s voor de gezondheid van dier en mens.


Gezondheidseffecten afwegen bij veehouderijen: het endotoxine toetsingskader als voorbeeld

In Noord-Brabant is het endotoxinetoetsingskader ontwikkeld. Dit is een instrument voor de afweging van gezondheid in vergunningverlening milieu en ruimtelijke ordening bij de toetsing van ontwikkelingen rond veehouderijen. 

Workshopleiders: Wouter Moonen (Provincie Brabant), Inge Wouters (UU/IRAS)

De workshop gaat over de afweging van gezondheid in vergunningverlening milieu en ruimtelijke ordening bij de toetsing van ontwikkelingen rond veehouderijen. In Noord-Brabant is hier een instrument voor ontwikkeld, het endotoxinetoetsingskader. Uit voorzorg wordt er op een andere manier dan gebruikelijk, de afweging gemaakt. In de workshop staan we stil bij de achtergrond, praktijktoepassing en doorontwikkeling hiervan. De vraag waar we bij stil willen staan is of dit ook (met het oog op de omgevingswet en de ambities voor een gezonde leefomgeving) een rol kan spelen in de verbetering van de leefomgeving buiten Noord-Brabant. 


Bedrijfsdichtheid en verspreiding van ziekteverwekkers tussen veehouderijen

Indirecte contacten tussen veehouderijen vormen een belangrijke transmissieroute voor ziekteverwekkers. Dit blijkt o.a. uit de rapportage van najaar 2022 van de werkgroep ‘Preventie van efficiënte transmissie van zoönotische ziektekiemen tussen veehouderijbedrijven’. In deze presentatie ga ik in op de analyses die voor indirecte transmissie tussen veehouderijen beschikbaar zijn en wat die betekenen voor de relatie tussen bedrijfsdichtheid en de verspreidingsrisico’s van ziekteverwekkers. Ook enkele andere mogelijke risicofactoren zoals bedrijfsgrootte komen aan de orde.

Workshopleider: Thomas Hagenaars (Wageningen UR