Voedselinfectie

(Beeldtitel: Voedselinfectie. Lara Voltman:)

STEVIGE MUZIEK

LARA VOLTMAN: Toen ik op een barbecue was en iedereen grapjes maakte over rauwe kip, ben ik toch gaan googelen omdat ik twijfelde over wat er zou gebeuren en zag ik dat het tóch voedselinfectie kon zijn.
In 2015 had ik eindexamens. Ik had een barbecue op school, ik at daar kip.
De buitenkant zag er heel goed uit, helaas was de binnenkant roze.
Ik raakte toen lichtelijk in paniek.
Iedereen om mij heen grapte van: haha, straks word je nog ziek.
Ik had die avond een feestje. Uiteindelijk ben ik naar huis gegaan omdat ik te ziek was geworden. Ik lag toen zo'n twee dagen in bed met hevige buikkramp, tien keer per dag naar de wc en ik droogde ook uit.
Ik heb achteraf nog wekenlang last gehad van buikpijn, buikkrampen nog steeds heel vaak naar de wc, maar ik ben nu volledig hersteld.
LOTTE VAN DER STAP: Op rauw voedsel zitten altijd wel bacteriën.
De meeste van die bacteriën kunnen geen kwaad maar van sommige bacteriën kunt u een voedselinfectie krijgen.
Vooral als voedsel zoals vlees en vis te lang en te warm bewaard wordt krijgen bacteriën de kans om zich te vermeerderen.
De kans op een voedselinfectie is dan ook groter.
U kunt bijvoorbeeld een voedselinfectie krijgen wanneer u rauwe kip snijdt met hetzelfde mes als tomaten.
Eet u daarna de tomaten, dan krijgt u de bacteriën van de rauwe kip binnen.
Als tijdens een barbecue rauwe saté of rauwe hamburgers lang in de zon liggen en niet helemaal gaar worden gegeten kan dat ook een flinke voedselinfectie geven.

(Een barbecue met vlees.)

Hetzelfde kan gebeuren met niet verse, slecht gekoelde garnalen, mosselen of vis.
Wast u sla niet goed, dan kunnen eventuele bacteriën uit mest u ziek maken.
Een voedselinfectie begint meestal met buikpijn of buikkrampen.
U wordt misselijk, gaat braken en krijgt diarree.
U kunt zich wat draaierig of licht in het hoofd voelen.
Sommige bacteriën veroorzaken hoofdpijn, spierpijn en koorts.
Een aantal bacteriën, zoals de salmonellabacterie kunnen zelfs bloed in de ontlasting veroorzaken.
De klachten beginnen een uur of acht nadat u het besmette voedsel heeft gegeten.
De meeste voedselinfecties zijn na één tot drie dagen weer voorbij.
Heeft u een voedselinfectie, dan kunt u ook anderen besmetten.
Dat gaat meestal via mond en handen.
U kunt de voedselinfectie voorkomen door steeds uw handen goed te wassen.
Doe het na ieder toiletbezoek, voordat u eten klaarmaakt en voordat u aan tafel gaat.
Was uw handen ook na het aanraken van rauw vlees of rauwe vis.
Was groente en fruit goed af onder de kraan.
Gebruik voor vlees, vis en groente aparte snijplanken en messen.
Verhit vlees, vis en schelpdieren liefst tot ze helemaal gaar zijn.
Controleer altijd de houdbaarheidsdatum en lees de bewaaradviezen van etenswaren die kunnen bederven.
Mijn tip is: als je gaat barbecueën, controleer het vlees dan of het echt goed doorbakken is en niet dat het rauw is.

(Beeldtekst: In samenwerking met Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voedselinfectie. Thuisartsfilm van thuisarts.nl.)

DE STEVIGE MUZIEK SPEELT VERDER EN EBT WEG


 

Veehouderij en de gezondheid van omwonenden

(Beeldtitel: Veehouderij en de gezondheid van omwonenden. Een foto van kippen in gras. Voice-over:)

STILTE

VOICE-OVER: Het grote Nederlandse onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden loopt in Brabant en Limburg omdat daar veel mensen relatief dicht in de buurt van veehouderijen wonen.
Het onderzoek gaat over de vraag of die bedrijven gezondheidsklachten bij mensen kunnen veroorzaken.
Het eerste VGO-rapport komt uit in juli 2016.
KITTY MAASSEN: In dit onderzoek hebben we bij ongeveer 100.000 mensen huisartsgegevens onderzocht.
Daarnaast hebben we uitgebreid onderzoek gedaan bij ongeveer 2.500 mensen.
Daar hebben we onder andere gekeken naar longfunctie, bloed en ontlasting.
We vonden dat rondom veehouderijen we minder vaak mensen zien die astma of allergieën hebben.
Hepatitis E wordt ook niet vaker gevonden bij mensen rondom veehouderijen.
En ook resistente bacteriën, zoals ESBL-producerende bacteriën en Clostridium difficile, worden niet vaker gevonden.
DICK HEEDERIK: We hebben ook een aantal nadelige gezondheidseffecten gevonden.
Minder COPD rond veehouderijen maar COPD'ers hebben vaker luchtweg- klachten en een hoger medicijngebruik.
Ook hebben we meer longontstekingen gevonden met name rond geitenbedrijven en pluimveebedrijven.
En in het hele gebied, maar ook daarbuiten zien we dat mensen die dicht bij veehouderijen wonen een lagere longfunctie hebben, en dit komt waarschijnlijk door ammoniak en omzetting van die ammoniak in secundair fijnstof.
VOICE-OVER: Er wordt aanvullend onderzoek gedaan dat in juni 2017 tot een aantal extra resultaten leidt.
HEEDERIK: Het aanvullende onderzoek heeft laten zien dat de effecten die we eerder vonden voor pluimvee en geiten dat we die opnieuw vinden, maar over een reeks van jaren.
En dat is een heel sterk argument dat we toch echt met werkelijke verbanden te maken hebben.
We zien dat rondom geitenhouderijen en pluimveehouderijen er vaker longontstekingen voorkomen.
Normaliter hebben ongeveer 1.650 mensen op de 100.000 mensen longontsteking.
Hiervan wijzen wij nu ongeveer 200 patiënten toe aan het wonen in de buurt van die pluimvee- en geitenhouderijen.
Het gaat om iets meer dan 100 rondom pluimveehouderijen en om iets minder dan 100 rondom geitenhouderijen.
Belangrijk hierbij is dat rondom de geitenhouderijen we totaal geen aanwijzing hebben dat het gaat om Q-koorts.
HEEDERIK: Het onderzoek heeft heel duidelijk laten zien dat we effecten op de luchtwegen kunnen verwachten van uitstoot van veehouderijbedrijven.
Met name de luchtkwaliteit is dus heel belangrijk.
Maar we zullen verder onderzoek moeten doen komende jaren om naar hele specifieke oorzaken nog te kijken.

(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: In samenwerking met Universiteit Utrecht, Wageningen UR en NIVEL. Meer informatie? www.rivm.nl/vgo.)

(Dit is een productie van het RIVM. Copyright 2017. De zorg voor morgen begint vandaag.)


 

Hoe kun je ziek worden van dieren?

(Beeldtitel: Hoe kun je ziek worden van dieren? Een animatie. Er verschijnen tekeningen van verschillende dieren. Voice-over:)

STILTE

RUSTIGE MUZIEK

VOICE-OVER: Dieren kunnen bacteriën virussen en parasieten met zich meedragen.

Sommige van deze micro-organismen kunnen van dieren overgaan naar mensen en ziekten veroorzaken.

Zo'n ziekte is een zoönose.

Mensen kunnen op verschillende manieren met ziekteverwekkers van dieren in aanraking komen.

Via voedsel.

Bij direct contact.

Via de omgeving.

(Ziektekiemen waaien weg uit een stal.)

Of via kleine beestjes, zoals teken en muggen die ziekten van een dier naar een mens kunnen overdragen zogenaamde vectoren.

Door goede hygiëne kun je vaak voorkomen dat je een zoönose krijgt.

Zorg dat je vlees of andere rauwe producten op een goede manier klaarmaakt.

Was altijd je handen na direct contact met dieren en controleer jezelf op tekenbeten nadat je in het groen bent geweest.

(Beeldtekst: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. rivm.nl/ziekdoordier.)

How can animals make you ill

(On-screen title: How can animals make you ill? An animation. Drawings of various animals appear. Voice-over:)

SILENCE

TRANQUIL MUSIC

VOICE-OVER: Animals may carry bacteria, viruses and parasites.

Some of these micro-organisms can be transferred from animals to people

and may cause diseases. Such diseases are called zoonoses.

People can come into contact with pathogens from animals in different ways.

Via food,

direct contact

or the environment.

They can also be transmitted through little creatures,

such as ticks and mosquitoes,

that can transfer diseases from an animal to a human.

These are known as vectors.

Proper hygiene can often prevent people from catching a zoonosis.

Make sure you prepare meat and other raw products in a suitable manner.

Always wash your hands after direct contact with animals.

And check yourself for ticks when you have been in the countryside.

(On-screen text: National Institute for Public Health and the Environment. Ministry of Health, Welfare and Sport. www.rivm.nl/zoonoses.)


 

Zoönose: ziekte van dier op mens

Dieren kunnen infectieziekten overbrengen. Een klein deel is besmettelijk voor de mens. Dan spreek je van zoönosen. Deze film laat zien hoe je deze ziekten kunt oplopen; en welke rol RIVM heeft bij de bestrijding van overdraagbare aandoeningen van dier op mens.

Zoönoses diseases which are passed from animals to humans

Zoonotic diseases are infectious diseases spread between animals and humans. RIVM short film on Zoonoses describes how people can get zoonotic diseases and RIVM role in the control of communicable infectious diseases.